Breinbreker antwoorden

Het antwoord op deze breinbreker is 10.
Brein = 3, DNA = 4, neuron = 2.

3 x 3 x 3 = 27
3 x 4 x 4 = 48
4 x 2 x 2 = 16
4 + 2 x 3 = 10

Let op: bij de onderste regel staat een plusteken. Vermenigvuldigen gaat voor optellen.

Het antwoord op deze breinbreker is:

Brein = 20
Neuron = 5
DNA = 9
Microscoop = 12

Het antwoord op deze breinbreker is 375.
Brein = 5, DNA = 4, microscoop = 125.

5 x 5 x 5 = 125
4 x 4 x 4 = 64
4 x 5 x 4 = 80
125 + 125 + 125 = 375

Let op: de onderste regel is optellen in plaats van vermenigvuldigen.

Het antwoord op deze breinbreker is:
Brein = 15
Neuron = 26
DNA = 21
Microscoop = 12

Het antwoord op deze breinbreker is 3. 
Brein = 1, vergrootglas = 4, neuron = 1
1 x 1 x 1 = 1
4 x 4 x 4 = 64
4 x 1 x 4 = 16
1 + 1 + 1 = 3

Het antwoord van deze breinbreker is 38.
Twee DNA is 4 en één DNA is 2, namelijk 12 gedeeld door 6.

Eén neuron is 5.

En één brein is 4.

In de laatste regel gaat vermenigvuldigen voor optellen en er is drie keer DNA, dus dat is gelijk aan 6. Dan krijg je de som 5 x 6 = 30. Plus twee breinen, is 8. In totaal is de uitkomst van deze som 38.

Het antwoord van deze breinbreker is 22.
Het brein is gelijk aan 5, het DNA aan 2 en de microscoop aan 4.

5 + 5 + 5 = 15
5 + 2 + 2 = 9
2 + 4 + 4 = 10
2 + 4 x 5 = 22 (vermenigvuldigen gaat voor optellen)

Het antwoord van deze breinbreker is 24. Neuron is gelijk aan 2, het brein is gelijk aan 3 en het vergrootglas is gelijk aan 8.

2 x 2 x 2 = 8
3 x 3 x 3 = 27
3 x 2 x 3 = 18
8 + 8 + 8 = 24
Antwoord: 24

Let op: De bovenste drie sommen zijn vermenigvuldigen. De onderste som is optellen.

Het antwoord van deze breinbreker is 10.DNA is gelijk aan 3, het brein is gelijk aan 2 en de microscoop is gelijk aan 4.

3 x 3 x 3 = 27
2 x 2 x 3 x 2 = 24
3 x 4 x 2 x 4 = 96
4 + 3 x 2 = 10
Antwoord: 10

Let op: bij de onderste som staat een plus-teken.

Het antwoord van deze breinbreker is 20. DNA is gelijk aan 9, het brein is gelijk aan 3, de microscoop is gelijk aan 3 en het vergrootglas is gelijk aan 5.

9 + 3 + 9 = 21
3 + 3 + 4 = 10
5 + 3 = 8
9 + 5 = 14
3 + 9 + 3 + 5 = 20

Het antwoord van deze breinbreker is 3. DNA is gelijk aan 7, neuron is gelijk aan 3, microscoop is gelijk aan 11 en het brein is gelijk aan 4.

Tip: begin bij de microscoop.

7 + 7 – 3 = 11
3 x 11 = 33
11 – 4 = 7
7 – 3 = 4
antwoord: 3

Het antwoord van deze breinbreker is 4. Het brein is gelijk aan 9, het DNA is gelijk aan 7, het neuron aan 8  en de microscoop aan 4.

Tip: begin bij het brein.

9 – 2 = 7
9 + 9 + 9 = 27
7 = 8 – 1
8 = 4 + 4
antwoord: 4

Het antwoord van deze breinbreker is 32. Het vergrootglas is gelijk aan 20, de reageerbuizen aan 3 en het brein aan 6.

20 + 20 + 20 = 60
20 + 3 + 3 = 26
3 + 6 + 6 = 15
20 + 2 x 6 = 32 (vermenigvuldigen gaat voor optellen).

Let op: bij het onderste reageerbuizen icoon mist er een buis, daardoor wordt het 2.

Het antwoord van deze breinbreker is 19.
Het brein is gelijk aan 3, de erlenmeyer aan 10 en het neuron aan 6.

3 + 3 + 3 = 9
3 + 10 = 13
10 – 6 = 4
6 + 3 + 10 = 19

Het antwoord van deze breinbreker is 25.
Het brein is gelijk aan 10, het DNA aan 5 en de microscoop aan 2.

10 + 10 + 10 = 30
10 + 5 + 5 = 20
5 + 2 + 2 = 9
5 + 2 x 10 = 25 (vermenigvuldigen gaat voor optellen)

Met dit soort breinbrekers hopen we u bewust te maken van de werking van uw brein. Want gezonde hersenen vinden wij ontzettend belangrijk. In Nederland krijgt namelijk 1 op de 5 mensen dementie. Dit kunnen we in de toekomst alleen voorkomen als we hersenonderzoek doen. En daar hebben we deelnemers voor nodig, ook deelnemers zónder hersenaandoening.

Helpt u mee? Schrijf u dan nu vrijblijvend in voor hersenonderzoek.