Kun je de veranderingen in sociaal gedrag bij mensen met beginnende dementie aantonen met een mobiele app?
Één van de mogelijke symptomen van beginnende dementie is dat mensen zich sociaal terugtrekken. Nu is dat ook objectief aangetoond met behulp van een smartphone app. Dat is belangrijk, want het geeft onderzoekers en behandelaars een nieuw meetinstrument waarmee ze kunnen kijken of hun behandeling aanslaat: blijft het sociaal contact op hetzelfde niveau of wordt de sociale terugtrekking toch steeds groter?
Betrouwbare informatie over iets dat lastig te vatten is: sociaal gedrag
Onderzoeker Marijn van Alzheimercentrum Amsterdam vertelt:
“Sociaal gedrag is lastig om objectief te onderzoeken, zeker bij mensen met dementie. Vaak wordt sociaal gedrag gemeten via vragenlijsten. Die vragenlijsten zijn meestal subjectief en doen een beroep op het geheugen. Zeker in een groep mensen met de cognitieve problemen geven deze vragenlijsten geen betrouwbare uitkomsten.
Daarom zochten we naar een objectieve meetmethode voor sociaal gedrag, en dat werd de BEHAPP app. Het mooie van die app is dat hij gedrag passief meet: je hoeft als gebruiker dus niets te doen.”
Wat je telefoon vertelt over je sociale leven
Marijn neemt ons mee in de resultaten van haar onderzoek. Ze heeft achterhaald óf de sociale terugtrekking te meten is met behulp van een mobiele app – ja! – en hoe dat zich uit. Ze gebruikte daarbij de smartphone app BEHAPP. Die app is speciaal ontwikkeld om -op een privacy vriendelijke manier- sociaal gedrag via de telefoon in kaart te brengen voor wetenschappelijk onderzoek.
232 deelnemers
In 2018 en 2019 hebben 232 deelnemers via Hersenonderzoek.nl meegedaan aan het BEHAPP onderzoek: gezonde mensen, mensen met milde cognitieve klachten en mensen met dementie.
Ze hebben de app gedownload op hun smartphone en gingen vervolgens verder met hun dagelijks leven. Ze hoefden de app niet te gebruiken; hij draaide op de achtergrond en bracht 42 dagen lang de sociale interactie via de telefoon in kaart.
De app meet bijvoorbeeld hoe vaak iemand belt en gebeld wordt, hoe vaak en hoe ver iemand op pad gaat, of iemand op nieuwe plekken is of op plekken waar zij/hij al geweest is, en welke apps iemand gebruikt.
Mijn collega’s en ik zijn alle deelnemers enorm dankbaar. Zonder jullie deelname hadden we dit mooie onderzoek niet kunnen doen. En nu hebben we resultaten waar de wetenschap echt mee verder kan.
Je leeftijd heeft de grootste invloed op je sociale interactie
Marijn: “We hebben eerst bepaald of leeftijd, geslacht en opleidingsniveau invloed hebben op het sociaal gedrag dat we meetten via de BEHAPP app. Dat deden we door te kijken naar de data van gezonde mensen; oftewel ‘cognitief normale ouderen’. Leeftijd blijkt de grootste invloed te hebben. Hoe ouder iemand is, hoe minder iemand belt of gebruik maakt van apps. Geslacht en opleidingsniveau blijkt weinig tot geen invloed te hebben op sociale interactie via de telefoon.”
Mensen met cognitieve klachten bezoeken minder nieuwe plekken
Ze vervolgt: “Daarna keken we of sociaal gedrag verschilde tussen cognitief normale mensen en mensen met milde tot ernstige klachten van het denkvermogen. Mensen met cognitieve problemen onderscheidden zich van de cognitief normale groep door meer herhaald en minder uniek gedrag te vertonen. Ze belden bijvoorbeeld wel, maar naar minder verschillende mensen. En de mensen die ze belden, belden ze vaker. Ook maakten ze minder gebruik van apps, voornamelijk minder communicatie apps zoals WhatsApp. Bovendien bezochten ze ook minder unieke plekken. Ze gingen dus vaak naar dezelfde plekken terug in plaats van iets nieuws te bezoeken.”
Het effect van een behandeling scherper in beeld
Marijn: “Hoewel de resultaten te verwachten waren, is het belangrijk dat we het nu objectief hebben aangetoond. Want BEHAPP meet natuurlijk niet alle aspecten van sociaal gedrag. Face-to-face contact en ook het gevoel van eenzaamheid registreert de app niet.
Daarom is het juist zo mooi dat we wel verschillen tussen de twee groepen zagen. Het bevestigt namelijk dat we de BEHAPP app wel kunnen inzetten bij interventiestudies naar sociaal gedrag: onderzoeken waarbij we iets veranderen in de situatie – bijvoorbeeld een nieuwe behandelingsmethode.
De app kan ons nu goede informatie geven over de effecten van interventies op sociaal gedrag. En dat helpt ons om in de toekomst beter te kunnen bepalen welke behandelingen zinvol zijn en welke niet.”