Door de allereerste veranderingen in de hersenen op te sporen bij mensen met subjectieve geheugenklachten, willen onderzoekers van Alzheimercentrum Amsterdam het ontstaan van de ziekte van Alzheimer beter leren begrijpen. Dat doen ze in het onderzoek 'SCIENCe'.

De meeste deelnemers raken betrokken bij het SCIENCe onderzoek nadat ze het Alzheimercentrum hebben bezocht. Ze zijn dan bijvoorbeeld doorverwezen door hun huisarts, neuroloog of geriater. Ze hebben ‘subjectieve geheugenklachten’. Dat betekent dat ze wel klachten van het geheugen ervaren, maar bij testonderzoek normaal presteren. Naast deze mensen zijn de onderzoekers ook heel benieuwd naar mensen met geheugenklachten nog niet onderzocht zijn. Vandaar dat ze sinds februari 2018 ook deelnemers werven uit heel Nederland via Hersenonderzoek.nl.

Alzheimer in de hersenen, maar nog geen symptomen

Uit onderzoek weten we dat hersenveranderingen die de ziekte van Alzheimer veroorzaken geleidelijk ontstaan, zo’n 15 tot 20 jaar vóórdat er symptomen zijn. Dit betekent dat de vroegste veranderingen van Alzheimer ook bij (ogenschijnlijk) gezonde mensen al aanwezig kunnen zijn. Het is nog niet duidelijk of en hoe deze allereerste hersenveranderingen latere geheugenachteruitgang voorspellen.

Bij SCIENCe proberen onderzoekers de allereerste veranderingen op te sporen en kijken ze of deze samenhangen met latere achteruitgang van het geheugen. Zo zoeken ze naar veranderingen op hersenfoto’s, in hersenvocht, in bloed en in ontlasting. Daarnaast kijken ze naar verschillen in genetische factoren, aangeboren eigenschappen, leefstijl kenmerken en natuurlijk het geheugen. Door al deze kenmerken in kaart te brengen en de verschillen te duiden tussen de mensen die uiteindelijk wél alzheimer ontwikkelen en de mensen die dat niet ontwikkelen, willen ze een zo compleet mogelijk beeld vormen en bepalen welke factoren een rol spelen in het ontstaan van de ziekte.

Deelnemen in de praktijk

Mensen die deelnemen komen meerdere jaren achtereen, één keer per jaar, naar het Alzheimercentrum in Amsterdam. Zo’n bezoek duurt 2,5 tot 3 uur en bestaat uit 3 onderdelen die elk ongeveer 45 minuten duren. Tijdens het bezoek wordt eerst neuropsychologisch onderzoek gedaan. Dit bestaat uit verschillende testen die het geheugen, taal, planning en organisatie beoordelen. Deze worden afgenomen door een psycholoog. Daarna gaat de deelnemer in gesprek met de arts-onderzoeker die het neurologisch onderzoek doet. Ze bespreken de problemen die de deelnemer ervaart en er wordt nog een korte geheugentest afgenomen. Tot slot bezoekt de deelnemer de verpleegkundige. Die neemt verschillende vragenlijsten af, meet de lengte, het gewicht en de bloeddruk en maakt een afspraak voor het volgende bezoek.

Ook hersenvocht en bloed bieden informatie over de hersengezondheid

Elke twee jaar vragen de onderzoekers of de deelnemer bloed en hersenvocht af wilt staan. In het hersenvocht kunnen eiwitten zitten die iets zeggen over de aanwezigheid van een hersenziekte, bijvoorbeeld alzheimer. Het hersenvocht wordt afgenomen door middel van een lumbaalpunctie, ook wel ruggenprik genoemd. De ruggenprik wordt gedaan door de onderzoeks-arts, geassisteerd door de verpleegkundige. De verpleegkundige neemt vervolgens ook bloed af. Daarnaast wordt tijdens het derde bezoek een MRI gemaakt.

Resultaten van de test

Alle deelnemers worden besproken in een multidisciplinair overleg: een overleg waarbij de artsen, neuropsychologen en verpleegkundigen vanuit hun eigen expertise elkaar vertellen wat hun bevindingen zijn. Door al die informatie te combineren, wordt gezamenlijk bepaald of de testresultaten reden geven tot zorg. Als dat inderdaad zo is, dan bespreekt het team van SCIENCe met de superviserende neuroloog wat de vervolgstappen zijn. In sommige gevallen geeft de neuroloog aan om het onderzoek een jaar later te herhalen. Als de neuroloog zich zorgen maakt, wordt de deelnemer uitgenodigd om op het spreekuur te komen. Dit is dan uiteraard niet in het kader van wetenschappelijk onderzoek, maar in het kader van zorg. Dat wordt dan betaald door de ziektekostenverzekering. Indien het onderzoeksteam zich geen zorgen maakt over de testresultaten ontvangt de deelnemer geen terugkoppeling (tenzij op uitdrukkelijk verzoek) en zien de onderzoekers de deelnemer het volgende jaar weer terug.

Jaarlijkse check-up

Het bijzondere van het SCIENCe onderzoek is dat het mes aan twee kanten snijdt. Aan de ene kant draagt de deelnemer bij aan het ontrafelen van de ziekte van Alzheimer en aan de andere kant houden de onderzoekers de cognitieve conditie van de deelnemer in de gaten.

 

credits: dank aan Mardou van Leeuwenstijn – Koopman (verpleegster van SCIENCe) voor textuele input.