Herken je dat? Je hebt een nacht niet goed geslapen en je voelt je de dag erna niet zo scherp als gewoonlijk. Hoe werkt dit op de lange termijn? Heeft slaap invloed op de hersengezondheid? En andersom?
Linda Wesselman onderzoekt het en legt het uit.
Linda Wesselman is promovenda bij het VUmc Alzheimercentrum. Ze heeft een passie voor leefstijl en e-Health toepassingen voor mensen met geheugenklachten en is betrokken bij SCIENCe; één van de onderzoeken waar je voor uitgenodigd kunt worden als je staat ingeschreven bij Hersenonderzoek.nl.
“Leefstijlonderzoek in SCIENCe
Binnen het SCIENCe onderzoek richt ik mij op geheugenklachten en leefstijl. Leefstijl onderzoeken is heel interessant, maar ook ingewikkeld. Het is namelijk lastig om achteraf alle voeding en fysieke activiteit in iemands leven gedetailleerd te herleiden. Onderzoekers kunnen aan iemand vragen om een bepaalde leefstijl aan te nemen. Maar dit is vaak voor een relatief korte periode en maar één factor, terwijl zoveel factoren van belang zijn.
Toch is het mogelijk om uitspraken te doen over de invloed van leefstijl. Hiervoor heb je informatie nodig over een grote groep mensen. Binnen de grote groep deelnemers in SCIENCe kunnen we mensen met een verschillende leefstijl met elkaar vergelijken. Alle deelnemers hebben al vragenlijsten ingevuld over fysieke activiteit, cognitieve activiteit (bijvoorbeeld lezen en spelletjes) en voeding.
Slaapvragenlijst in SCIENCe
In het najaar van 2017 zijn we gestart met het in kaart brengen van de kwaliteit van de slaap van de deelnemers. Dit betekent dat alle SCIENCe deelnemers in 2018 een vragenlijst invullen over de kwaliteit van slaap en snurken. Ons doel is hierdoor meer te leren over de relatie tussen slaap en de scores op geheugentesten, hersenscans en stemming bij mensen met geheugenklachten.
Slaap
Over slaap in het algemeen is al veel bekend. We hebben slaap nodig om goed te functioneren en tijdens onze slaap vinden er processen plaats voor bijvoorbeeld herstel en opbouw van ons lichaam. De slaap is in te delen in verschillende fasen. Elke fase heeft aparte kenmerken, zoals te zien in de hersenactiviteit, spierspanning van het lichaam en het wel of niet bewegen van de ogen onder de gesloten oogleden. Zo is er de REM-slaap, dat staat voor Rapid Eye Movement Slaap. Tijdens deze ‘droomslaap’ bewegen de ogen snel heen en weer.
Ken je de uitdrukking ‘de uren voor middernacht uur tellen dubbel’? In de eerste 4 tot 6 uur van de slaap, komt men een aantal keer in de diepe slaapfase. De ademhaling, het hartritme en de hersenactiviteit zijn op het laagste niveau. Het is dan moeilijk om wakker te worden. Mocht dat toch gebeuren, zul je je gedesoriënteerd voelen. Deze diepe slaap is samen met de REM-slaap belangrijk voor de kwaliteit van onze nachtrust. De uitspraak gaat ervan uit dat iedereen ruim voor middernacht de ogen sluit en dan al een paar van die belangrijke uren diepe slaap en REM-slaap doormaakt.
Ik kijk uit naar de slaapvragenlijsten van de SCIENCe deelnemers. Als we hier resultaten van hebben, zal ik deze zeker met Hersenonderzoek.nl delen.”
Wil je meer lezen over slaap? Hier kun je de folder Hersenen & Slaap van de Hersenstichting downloaden.
Over SCIENCe
In de studie ‘SCIENCe’ volgen de onderzoekers van het VUmc Alzheimercentrum mensen met subjectieve geheugenklachten op jaarlijkse basis. Mensen met subjectieve geheugenklachten ervaren klachten van het geheugen, maar bij wie geen aantoonbare afwijkingen gevonden worden bij neuropsychologische en/of beeldvormend onderzoeken. Zij zijn in die zin dus normaal. Maar ze kunnen wetenschappers wél helpen om alzheimer te ontrafelen!
Uit onderzoek weten we dat hersenveranderingen die de ziekte van Alzheimer veroorzaken geleidelijk ontstaan, vanaf 15 tot 20 jaar vóórdat er symptomen zijn. Dit betekent dat de vroegste veranderingen van alzheimer ook bij gezonde mensen al aanwezig kunnen zijn. Het is nog niet duidelijk of en hoe deze allereerste hersenveranderingen latere geheugenachteruitgang voorspellen.
De onderzoekers van SCIENCe proberen de allereerste veranderingen in de hersenen op te sporen. Ze kijken bijvoorbeeld naar veranderingen op hersenfoto’s, in hersenvocht of bloed. Ook kijken ze naar aangeboren eigenschappen, leefstijlkenmerken en natuurlijk het geheugen.