Wat zie je? Een diertje? Een beest? Een katje? Alzheimeronderzoekers zien een verband tussen de manier waarop je praat en de hoeveelheid Alzheimer-eiwit in de hersenen.
Afgelopen week brachten de onderzoekers van de SCIENCe studie nieuwe kennis via een wetenschappelijk artikel naar buiten. Onderzoeker Sander Verfaillie vertelt:
Taal en de ziekte van Alzheimer
“In dit artikel hebben we de relatie tussen het Alzheimer-amyloïd-eiwit en gesproken taal onderzocht. We deden dat bij gezonde mensen die geheugenklachten ervaren, maar geen duidelijke geheugenstoornissen hebben. We noemen dat ook wel subjectieve geheugenklachten.
Mensen met subjectieve geheugenklachten geven vaak aan dat ze problemen hebben met vinden van woorden, maar dat is lastig aan te tonen met taaltesten. Om dichter bij de dagelijkse woordvindproblemen van de deelnemers te komen, vroegen we hen om open antwoord te geven op alledaagse vragen. Zo vroegen we bijvoorbeeld: “Kunt u dit schilderij beschrijven? Of een gemiddelde zondag?”
Dit schilderij werd getoond aan de deelnemers
‘De Boomwortels’ door Vincent van Gogh (1890)
https://www.vangoghmuseum.nl/en/collection/s0195V1962
Reprinted with permission of the Van Gogh museum, Amsterdam, The Netherlands
Meer amyloid eiwit in de hersenen
“Spontane spraak wil zeggen dat mensen na onze vraag vrijuit konden spreken; het lijkt op gesprekken die je dagelijkse voert. Vervolgens hebben we de opnames van de spontane spraak geanalyseerd met speciale taalsoftware en met hulp van taalonderzoekers uit Leiden.
De resultaten laten zien dat mensen met meer amyloïd eiwitten in de hersenen minder concrete woorden gebruikten in hun omschrijvingen en juist meer abstracte zelfstandig naamwoorden. Bijvoorbeeld diertje in plaats van kat. Daardoor konden zij minder goed uitleggen wat ze precies bedoelden. Mogelijk is dit een vroege, cognitieve taal verandering die kan passen bij de ziekte Alzheimer.”
Meer weten over dit onderzoek?
De informatie voor dit wetenschappelijke artikel is verzameld met het SCIENCe onderzoek. Sander Verfaillie is daarbij betrokken als senior onderzoeker. Hij is gespecialiseerd in onderzoek met de MRI en PET-scan. Samen met zijn collega’s bestudeert hij mensen die subjectieve geheugenklachten ervaren. Zij geven aan dat hun geheugen hen af en toe in de steek laat, maar dat blijkt niet direct uit tests. Door jaarlijks te bepalen hoe het deze mensen vergaat, willen ze het ontstaan van de ziekte van Alzheimer beter leren begrijpen. Lees hier hoe het onderzoek in zijn werk gaat.
Benieuwd naar het wetenschappelijke artikel?
Het artikel is gepubliceerd in Neuropsychologia (Volume 131, august 2019, p184-192). Het volledige, Engelstalige artikel kunt u hier lezen.